Prachtig, het is je gelukt! Je hebt een garen gesponnen! Helemaal vanuit het niets! Magie he?

Maar wat nu? Hoe weet je nu wat je precies hebt gesponnen? En hoe zoek je een patroon erbij? Hoe weet je welke dikte naalden te gebruiken?

Dan moet je weten hoe dik je garen is , en hoeveel meter je gesponnen hebt. Hier wordt uitgelegd hoe je dat ontdekt.

 

>>Dikte van het garen meten<<

Wil je graag weten hoe dik je garen is? Dat kan heel makkelijk! Hier zal ik uitleggen hoe je dat doet. Als je eenmaal weet hoe dik je garen is, kan je namelijk makkelijk een patroon erbij zoeken. Dus best wel handig om te kunnen.

Methode WPI meten

WPI betekent: wraps per inch. Aantal windingen per inch dus. Eerst zet je twee lijnen op een potlood: 1 lijn, en dan 1 inch verder nog een lijn. Een inch is 2,54 cm, om precies te zijn. Dan draai je de draad rond het potlood en telt het aantal keren dat je hem kan ronddraaien tussen die twee lijntjes in. 

Draai het garen losjes en niet al te strak, probeer zoveel mogelijk keren rond te draaien als net past. Tel het aantal keren dat je gewonden hebt. En dat is je WPI: Wraps Per Inch. In het bovenstaande voorbeeld op de foto: dit garen is 7 WPI. Bij 6 wraps was er net wat ruimte over op de WPI meter, en bij 8 wraps was het te krap. 

Zoek daarna op hoe dik je garen is in onderstaande tabellen:

NB Lace Garen wordt meestal gebreid of gehaakt in een opengewerkt patroon met een dikkere haak- of breinaald. De stekenverhouding is dan anders dan in deze tabel staat. Volg altijd de stekenverhouding van het patroon. 

Bron: Deze tabel is overgenomen van Craft Yarn Council’s www.yarnstandards.com and Handwoven Magazine’s www.handwovenmagazine.com en is slechts doo Fairy TAIL Fibers vertaald en aangepast. Kijk voor de originele tabellen op bovengenoemde websites. 

>>> Lengte van je garen<<<

Daarnaast moet je natuurlijk weten hoeveel meters je hebt gesponnen. Dat is erg handig als je patronen uitzoekt.

Hoe doe je dat?

Als je garen op de streng zit, klaar van het wassen, helemaal gedroogd, kan je gaan tellen:

Meet hoe lang de streng is in meters, vermenigvuldig dat met 2. In mijn geval: mijn streng is 0,40m lang (namelijk: 40 cm) en dat vermenigvuldig ik met 2: 0,8m dus. Elke omwenteling van het garen is dus 80 cm lang. 

Daarna tel ik aan 1 kant van de streng hoeveel omwentelingen het garen heeft gemaakt, door simpelweg het aantal draadjes te tellen. 

Dan vermenigvuldig je het aantal omwentelingen met de lengte per omwenteling:

in mijn geval: ik telde 102 draadjes aan 1 kant van mijn streng, lengte per omwenteling is 0,8m. Dus mijn streng bevat: 81,60m garen. 

Nu weet je hoe dik en hoe lang je garen is, en kan je aan de slag! Heel veel plezier met je brei- of haak project!

>>> GOOD LUCK<<